top of page
Zoeken

Gouden tips voor de financiële opvoeding

Week van het geld: 11 t/m 15 maart 2024


Wanneer je kind 18 jaar wordt, is het officieel financieel zelfstandig. Niet gek dus om daar lang van tevoren al mee bezig te zijn in de opvoeding! Door van jongs af aan al te oefenen met sparen, keuzes maken en vooruitplannen, leert je kind vaardigheden die op latere leeftijd superbelangrijk zijn. Een goede reden dus om op tijd met de financiële opvoeding te beginnen. Hieronder vind je een aantal fijne tips die jou helpen om je kind financieel op te voeden.




1. Wanneer begin je?

Geld lijkt soms misschien een groot onderwerp, maar omgaan met geld kun je al op jonge leeftijd leren. Vanaf een jaar of 6 krijgen kinderen belangstelling voor geld. Zij kunnen dan de verschillende munten onderscheiden. Een mooie leeftijd om met zakgeld te beginnen.


2. Handje contantje

Kinderen komen in deze tijd nog maar weinig in aanraking met muntgeld of briefjes. Bijna alles betalen wij met pin. Om op een goede manier met geld om te leren gaan is de kennis van de waarde van geld essentieel. Zakgeld geef je dus, zeker bij jonge kinderen, handje contantje. Gewoon met munten en briefjes. Dat is naast slim vaak nog leuker ook!


3. Spaarpot, portemonnee of een bankrekening

Vanaf het moment dat kinderen geld krijgen (bijvoorbeeld zakgeld of geld voor hun zwemdiploma of verjaardag), regel je met je kind iets om het in te bewaren: een spaarpot om te sparen en een portemonnee om geld mee te nemen naar de winkel. Bij oudere kinderen is het verstandig om een bankrekening te openen. Een mooie aanleiding daarvoor kan zijn als je start met kleedgeld.


4. Wie wat bewaart…

Begin je met zakgeld, vertel je kind dan ook over de mogelijkheid van sparen. Bij het ene kind brandt het geld in de zak. Grote kans dat het direct wordt uitgegeven. Het andere kind hecht grote waarde aan het “centje” en stopt het goed weg. Als kinderen ouder worden, krijgen zij een beter tijdsbesef. Zij begrijpen dan dat je later iets duurders kan kopen als je hier eerst voor spaart. Praat samen over de mogelijke spaardoelen en help je kind het vol te houden.


5. Duidelijke afspraken

Geef ook duidelijk aan wat je kind wel of niet van het zakgeld moet betalen. Je kunt ervoor kiezen om een deel van het zakgeld verplicht te laten sparen. Met het andere deel mag je kind helemaal zelf weten wat-ie doet. Misschien ook geen gek idee om een afspraak over snoep te maken; mag je kind dat wel of niet van het zakgeld kopen? Jij weet als ouder waarschijnlijk wel of jouw kind daar baat bij heeft. Spreek ook af of en hoeveel geld je kind eventueel opzij legt voor cadeautjes van gezinsleden/familie en vriendjes/vriendinnetjes.


6. Rekenvaardigheid

Kinderen geef je het zakgeld dus cash. Spaarpot omkeren en tellen of je al genoeg gespaard hebt. In de winkel tellen of je iets wel of niet kunt kopen en uitrekenen wat je dan nog overhoudt. Allemaal goed voor de rekenvaardigheid!


7. Hoeveel zakgeld geef je?

Een veelvoorkomende vraag! Niet alle kinderen krijgen zakgeld, en als ze het krijgen kan de hoogte ervan verschillen. Hoeveel je geeft is afhankelijk van een aantal factoren. Wat moet je kind ervan betalen? En hoeveel heeft je kind zelf te besteden? Op de website van het Nibud vind je fijne richtlijnen hiervoor.

Sommige ouders willen hun kind het liefst zoveel mogelijk zakgeld geven. Goed om je hierbij de bedenken is dat als je kinderen te veel zakgeld geeft, de prikkel wegvalt om betaalde klusjes te doen of op latere leeftijd een baantje te nemen. Probeer dus op een mooie middenweg uit te komen qua hoogte van het zakgeld van je kind.



8. Regelmaat

Spreek af hoelang je kind met het bedrag moet doen, bijvoorbeeld een week of een maand. Dat schept regelmaat en duidelijkheid. Geef daarnaast steeds hetzelfde bedrag, liefst op een vast tijdstip. Een goed moment kan bijvoorbeeld zijn als je de kinderbijslag ontvangt. Spreek ook af voor welke termijn het bedrag geldt. Verhoog bijvoorbeeld het bedrag bij iedere verjaardag.


9. Kleedgeld

Zakgeld en kleedgeld zijn heel handig om je kind te leren omgaan met geld. Vanaf ongeveer 12 jaar kun je beginnen met kleedgeld geven. Met kleedgeld kan je kind goed oefenen om uit te komen met een vast budget. Het leert ze om keuzes te maken en wensen af te stemmen op hun portemonnee. Je kind zal leren dat niet alles kan. Spreek af wat je kind van het kleedgeld moet kopen. Moet je kind bijvoorbeeld ook zelf schoenen, ondergoed en sportkleding betalen? Kijk bij het Nibud voor de richtlijnen.


10. Bedoeld om van te leren

Zakgeld is bedoeld om van te leren. Het is geen loon en geen middel om te straffen. Het is belangrijk om je kind de ruimte te geven om van fouten te leren. Grijp niet direct in als kinderen geld uitgeven aan zaken die jou niet nuttig lijken. Als ze het zelf ervaren, leren kinderen namelijk het meest.


11. Duidelijke afspraken

Soms kan extra duidelijkheid heel fijn zijn. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om de gemaakte afspraken met je kind vast te leggen in een contract. Print het zakgeld of kleedgeld contract uit en onderteken het allebei. Zet hierin de gemaakte afspraken: tot welke datum het contract geldig is, wanneer en hoe betaald wordt, om welk bedrag het gaat, waaraan het geld besteed mag worden en wat jij betaalt en wat je kind betaalt. Misschien ook een leuk idee om gebruik te maken van “de kleine lettertjes”! ;)

 

Week van het geld

Van 11 t/m 15 maart is het de week van het geld. Het thema: ‘Hoe ben jij je GELD de BAAS?’ Op scholen wordt aandacht gegeven aan hoe kinderen goed met geld om kunnen gaan. Een mooi moment om bovenstaande tips toe te passen en in gesprek te gaan met je kind!


Meer handige tips

Meer inspiratie rond de opvoeding vind je in mijn blogs. Deze kun je elke maand een keer in je mailbox ontvangen tot wederopzegging. Download daarvoor hier de 10 beste opvoedtips.

87 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page